Jezus krijgt de boekrol van Jesaja overhandigd. Die boekrol is aangepast aan de omstandigheden. Dat mag ons niet verwonderen, want Gods Geest verzorgt nu de regie. Dat wordt ook voor zijn volgelingen de algemene regel: wie met Hem verbonden is via cohousing, mag verwachten dat zijn Geest de gebeurtenissen van het leven bijstuurt.
Jezus publieke optreden betekent dat het aangekondigde nieuwe koninkrijk nu van start gaat, en daarbij hoort ook een regeerverklaring, met uitleg over wat Hij wil verwezenlijken. Maar het is een ongewoon programma, want “mijn koninkrijk is niet van deze wereld”. Het nieuwe koningschap wijkt in tal van aspecten af van de gebruikelijke wereldrijken.
Jezus begint met te zeggen wie Hem heeft aangesteld als regeringshoofd. Niet het Sanhedrin, niet het parlement, niet de VN... maar Jahweh, de God die eigenaar is van alles, de Allerhoogste Autoriteit.
Lucas beschrijft dat in het vierde hoofdstuk van zijn evangelie. Wellicht zaten Jezus’ familieleden in de zaal, en hebben zij het naverteld.
Vervolgens leest Jezus het regeerprogramma voor. Het is een herstelprogramma. Na wereldoorlog II werd het Marshallplan uitgevoerd. Maar dat was vooral gericht op materieel herstel, op wederopbouw van de economie, de huisvesting, de infrastructuur, de wegen...
Gods herstelprogramma is uiteraard veel ruimer. Het overspant tijd en ruimte - het betreft voorbije en komende generaties, en is toepasselijk op wereldschaal. Het beoogt een allesomvattend herstel van de schade van de breuk tussen mens en God. Het gaat zelfs verder dan een reparatie, want God belooft dat Hij op termijn een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schept, waarbij alles wat nu schittert zal verbleken.
Gods herstelprogramma kent meerdere fases. Jesaja en de andere profeten beschrijven uitvoerig FASE II: een structureel definitief herstel van de setting waarin de mens leeft. God neemt zijn eigendom in bezit. Dat is echt wel nodig want we krijgen nu de rekening gepresenteerd voor het wanbeheer op vele vlakken. Het optimisme omtrent de mogelijkheid om via wereldwijde samenwerking en technische inventiviteit alle problemen op te lossen, lijkt niet echt gegrond.
Maar die structurele vernieuwing heeft geen zin wanneer de mens nadien weer alles afbreekt. Rond 1800 concludeerde de Duitse filosoof Hegel, dat de mens uit de geschiedenis leert, dat de mens niets leert uit de geschiedenis. Anders gezegd: we zijn onverbeterlijk - in de betekenis van ‘niet te corrigeren’ - en dat is ook na 1800, ondanks alle vooruitgang, niet veranderd. Gods plan kan pas slagen als de mens ten diepste wordt vernieuwd, en dat brengt ons bij FASE I.
Die fase voorziet drie aspecten die hierna worden uitgewerkt:
(1) de betaling van de kostprijs van het herstelprogramma,
(2) de selectie en aanwerving van het personeel en van de inwoners, en
(3) een kleinschalige illustratie van het nieuwe rijk.
(1) Een herstelprogramma kost heel wat geld. En dan is de vraag “Wie zal dat betalen?” Want dat is bij regeerprogramma’s altijd het grote knelpunt. Bij het Marshallplan kwam er 12,4 miljard dollar externe financiering vanuit de States. Bij Gods herstelprogramma komt het geld ook van een externe bron: niet de mensheid, maar God zal zelf het plan bekostigen door het leven van zijn Zoon prijs te geven.
Hoe dat in elkaar zit, is moeilijk te begrijpen, maar met genoeg verbeeldingskracht kunnen we ons misschien wel voorstellen dat op Gods weegschaal een volkomen zuivere liefdesdaad zwaarder weegt dan alle duisternis. Zo wordt een marteldood omgevormd tot een ultieme overwinning.
Er moet diep vanbinnen een propere mens geboren worden. En anders dan bij de eerste geboorte, moet je er nu zelf voor kiezen. Het probleem van het aangeboren egoïsme mag niet leiden tot een nieuw dwangmatig optreden van hogerhand - tot ultieme controle met monitoring van het persoonlijke leven, zoals de Chinese overheid van plan is.
Maar God kan zijn programma slechts doorvoeren nadat de weg tussen Hem en de mensheid werd vrijgemaakt. Niet zoals Johannes dat gedaan heeft, maar op een dieper fundamenteel niveau. De mensheid lijkt wel overdekt door een laag smurrie die elke actie van hierboven in de weg staat. Dat opruimen is voor Johannes te hoog gegrepen. God moet zelf die prijs betalen: Hij moet mens worden om door zijn dood en verrijzenis die vuile laag te absorberen. Dan pas is de weg vrij voor het scheppen van een nieuwe mens, en dat is de grondslag voor Gods herstelprogramma.
Lees hoe de vuile laag verwijderd wordt: “het slachtoffer, de dader en de vriend”
Jezus geeft dus eerst een antwoord op het fundamentele probleem van de slechtheid van de mens - het inherente egoïsme.
Hoe zal Jezus zijn programma uitvoeren?
(2) Nadat de smurrie is opgeruimd, werft Hij personeel aan. Hij kiest 12 volgelingen die straks de leiding krijgen. Een vooropleiding is niet noodzakelijk want Jezus voorziet in werkplekleren of ‘learning on the job’.
Het is een alternatief programma, met alternatieve methodes. Wanneer de discipelen even ruziën over de verdeling van de ministerportefeuilles, plaatst Jezus een kind als rolmodel in hun midden. Het gaat niet om postjes, macht en rijkdom, het gaat om ten dienste staan en geven. Geen dwang en manipulatie, maar vrijheid en liefde, geen leugen en bedrog, maar waarheid.
God zoekt niet alleen leidinggevend personeel, maar ook burgers voor het nieuwe rijk. De selectie gebeurt op basis van vrijwilligheid. Wie mee wil doen ervaart dieptereiniging. Er wordt door God een nieuw zaadje in de mens geplant. De werking ervan is zo diep dat het resultaat omschreven wordt als “een nieuwe mens”. Die mens is nu in staat God te ontmoeten en de dood te overleven.
Wie zijn “oude mens” wil opgeven en Hem wil volgen, treedt toe tot FASE I van het Koninkrijk: het project van cohousing waarbij God de mens herstelt en in hem komt wonen. Die mensen zullen straks, wanneer alles wordt hersteld, ook delen in de rijkdom van FASE II. Jezus neemt mensen in dienst uit alle tijden en alle naties, ongeacht hun rang of stand. Maar het is een boodschap die slechts wordt geaccepteerd door zij die hun innerlijke nood en armoede erkennen. Zij krijgen - zoals ook in de Bergrede – het goede nieuwste horen.
(3) FASE I omvat niet enkel de betaling van de kostprijs en de aanwerving van personeel en inwoners, maar ook een illustratie van het nieuwe rijk. Daarover gaat de tekst die Jezus voorleest uit de boekrol van Jesaja. Jezus omschrijft zijn missie met beloften die deels letterlijk en deels figuurlijk vervuld worden: Hij zal zieken genezen, beschadigde mensen herstellen, mensen bevrijden van het web waarin ze gevangen zitten, ...
Dat programma wordt uitgevoerd door Jezus, maar ook door zijn volgelingen - op individueel vlak en ook ruimer. Bij de eerste christenen had je herverdeling van de rijkdom en ondersteuning van de sociaal zwakkere. Later werd het actieterrein verder uitgebreid met initiatieven inzake onderwijs, bejaarden- en ziekenzorg, psychiatrische hulpverlening, acties in de derde en de vierde wereld...
Maar het accent in de regeerverklaring ligt toch op het feit dat het goede nieuws zal worden verkondigd, m.a.w. op de wervingscampagne, de dieptereiniging en de toekenning van het nieuwe leven.
Het is moeilijk om een regeerprogramma uit te voeren wanneer je te maken hebt met een sterke oppositie. Daardoor lijkt Jezus’ heerschappij eerder op een schaduwkabinet dat alternatieven presenteert voor de politiek van deze wereld.
Er is t.o.v. de initiatieven die God ontplooit geen ondernemingsvriendelijk klimaat. De waarden en methodes van Mammon, Venus, Bacchus… en andere wereldmachten matchen niet met Gods waarden en met zijn methodes.
En ook al wordt de volgeling van Jezus innerlijk vernieuwd, die oppositie ervaart hij ook een beetje in zichzelf. Paulus zegt dat de ganse schepping - hijzelf inbegrepen - in barensnood is. Hij verlangt om bevrijd te worden van zijn sterfelijk lichaam, en van zijn egoïstische ik dat de nieuwe mens bestrijdt. Intussen maakt hij er het beste van, wetend dat het leven een leerschool is, waarin hij wordt bijgeschaafd en klaargemaakt voor een eeuwige toekomst.
Meewerken aan dat alternatieve rijk gebeurt vaak in een vijandige context. In een toenemend aantal landen worden christenen vandaag gediscrimineerd, lastiggevallen, opgesloten of zelfs vermoord. Soms gebeurt dat door naamgenoten - door een machtskerk die van de christelijke visie enkel een beperkte woordenschat behouden heeft.
FASE I speelt zich af op een wereldbol waarop weinig licht brandt en de oppositie vaak het laatste woord heeft. Het is een wereld waarin God zich niet opdringt. Maar waarin Hij, illustratief voor wat zal komen, hier en daar intervenieert, vooral dan wanneer Hij daartoe uitgenodigd wordt. Vaak gebeurt dat in antwoord op een gebed in de stijl van het Onze Vader: Uw rijk kome. Uw wil geschiede op aarde als in de hemel. Kleinschalig zie je tekenen van zijn almacht. Wat nu in het klein gebeurt, is als een bouwsteen van dat nieuwe rijk.
Je kan dit ervaren als een trailer van een film, tonend wat er nog moet komen. Het is een voorgerecht dat gevolgd wordt door de echte maaltijd, wanneer het koninkrijk zich straks ontplooit in volle omvang en kracht.
De vreugde, de levenskracht en de antwoorden op gebed, zijn als een advertentie voor de mensen om ons heen. Het is een oproep aan anderen om ook God te leren kennen en deel te worden van dat nieuwe rijk.