Naaktheid roept dus om bescherming. Zij vereist een gepaste context en de juiste maatregelen die de nodige garanties bieden tegen fysieke koude en tegen het kwetsen van die abrikozenhuid. Maar ook tegen verkilling en tegen verwonding van de innerlijke mens door hemzelf of door soortgenoten met oneerbare intenties. Wie zijn seksualiteit verkeerd gebruikt, verbreekt de innerlijke eenheid en doet zichzelf geweld aan. Hij misbruikt zijn hard- en software.
Wie zich gebruikt weet door een ander, wordt in zijn persoonlijkheid miskend en dat kan diepe sporen nalaten. Overschrijdend woordenspel en kwetsende lichaamstaal zijn soms heel subtiel: wie belaagd wordt, voelt de overtreding zeer scherp aan, maar kan dat niet of nauwelijks bewijzen. Wie ter kwader trouw is, kan zich dus wel één en ander permitteren en anderen geweld aandoen met zijn schunnige woorden of zijn obscene blikken.
Dan gaat het gevoelsleven protesteren en dat uit zich in de woordenschat. De overtreder wordt nagewezen als een viezerik of een smeerlap. Ook voor handelingen die in een andere context juist een uiting zijn van diepe genegenheid en dus niet vallen in de categorie van perverse acts. Een mens voelt heel sterk aan dat er zoiets is als innerlijke vervuiling wegens overtreding van de grenzen. Die overtreding roept een aversie op die zoveel sterker is dan de afkeer tegenover het materiële vuil. En ook het slachtoffer voelt zich vuil. Het is alsof die emotionele wonde ettert.
Elk mens moet dus ook zijn buitengrenzen bewaken en beletten dat wie ter kwader trouw is, hem te dicht nadert. Kinderen zijn daartoe nog niet in staat. Hoe jonger de leeftijd, hoe meer een maatschappij erop moet toezien dat die letterlijke en figuurlijke naaktheid niet wordt misbruikt. Maar ook een volwassene die emotioneel fragiel is of beschadigd, heeft bescherming nodig. Want het lichaam kan lichtzinnig aangeboden worden om zo de erkenning en liefde te ontvangen waarnaar de eigenaar zo hunkert, of omwille van de maatschappelijke druk – om erbij te horen.
Anders dan bij de dierenwereld is er bij de mens geen sprake van een black box. Er is geen programma dat zijn eigen ding doet en het proces van A tot Z beheerst, zonder dat je kan tussenbeide komen. Neen, de mens heeft in zijn lichaam slechts de drive meegekregen en ergens in de innerlijke mens de krijtlijnen waarbinnen het zich allemaal moet afspelen. Voor het overige heeft hij de vrijheid. Hij kan het programma personaliseren en heeft daarbij ook de mogelijkheid om die krijtlijnen te overrulen.
Volgt de mens ongebreideld zijn begeertes, dan overklast hij zelfs de dierenwereld. Want daar wordt de begeerte gestuurd door het instinct en functioneert zij slechts binnen het vooraf bepaalde kader. De mens daarentegen geniet de vrijheid om het al of niet te doen. Doen als ultieme uitdrukking van wederzijdse liefde. Of uit zogenaamde morele plicht. Of hij doet het met geweld, als toppunt van verachting.
De vrije mens moet dus een kader uittekenen voor behoorlijke seksualiteit. Vertrekkend van de gelijkwaardigheid van elk mens, wordt de vrijheid van de ene beperkt door de vrijheid van de andere. Wil je bovendien de persoonlijkheid van elk mens respecteren, dan kan je het lichaam en de emoties van die ander bezwaarlijk reduceren tot een gebruiksvoorwerp… en zo heb je al een deeltje van het fundament voor universele goede zeden.
Het personaliseren van het programma gebeurt vooreerst collectief. De wijze van omgaan met eigen en andermans lichaam - wat wél of niet mag - wordt sterk beïnvloed door cultuur en opvoeding. Blote armen kunnen hier wél en op een ander niet. Als man een vrouw rechtstreeks aanspreken is hier geen probleem, maar elders wel. Cultuur bouwt verder op het aangeboren onderscheid tussen lichaamsdelen. Soms door het beschermend muurtje met de grond gelijk te maken en alle schaamte af te leggen, soms door het muurtje om te bouwen tot een versterkte burcht met omgangsverbod en boerka.
Personaliseren gebeurt ook op individueel niveau. Vooral in een permissieve samenleving is de ruimte voor de individuele keuze groot want de klassieke rolpatronen hoef je daar niet te volgen.
Uit die cultuurgebonden elementen concluderen dat schaamte slechts een bijproduct is van een cultuur – een product dat je net zo goed kan negeren – is een brug te ver. Want je komt in alle culturen een gemene deler tegen. Zelfs in onze westerse cultuur, waarin de waarde van het geld en die van de lust de strijd tegen de schaamte en het fatsoen lijken te winnen. Want ook zij, die het programma hebben overruled, en zich storen aan God noch gebod, steunen impliciet de goede zeden wanneer ze zelf een keer te veel door de sensatiepers te kijk worden gezet. Dan roepen ook zij om bescherming van hun privacy, dus om toepassing van de goede zeden. Ook zij dreigen op de vuist te gaan met een concurrent die zich te ver waagt bij hun lief. En wellicht spreken ook zij niet vrijuit over hun belevenissen in bed... Of misschien doen ze dat wel, omdat het hen goed uitkomt, omdat ze media-aandacht zoeken en daarom provoceren met hun ontboezemingen, of omdat ze het noorden kwijt zijn.
Onze maatschappij blaast warm en koud. Enerzijds een toenemende ontbloting – een uitnodiging om het intieme uit te stallen op het marktplein. Anderzijds een stijgende aandacht voor de privacy, maar dan gericht op bijkomstigheden zoals geboortedata, nummerplaten van fout geparkeerde auto's of foto's gemaakt door verkeerscamera's. Vreemd contrast en tegelijk goed verklaarbaar. Want ergens wordt wel aangevoeld waar het schoentje wringt, maar de balans is zoek en dan bereik je het tegengestelde resultaat.