De tien geboden en de rituelen rond de kist maken deel uit van een rechtsorde die zoveel strenger is dan onze rechtsorde. Maar, ook al is er van permissiviteit geen sprake, de beoordeling is zoveel milder indien Gods antwoord wordt geaccepteerd. Wie aanvaardt dat Jezus zijn zonden uitwist, wordt vrijgesproken. Hij wordt familielid van God en mag later bij Hem gaan wonen. Dat is wat Jezus beloofde aan een misdadiger die naast Hem gekruisigd werd.
En zo zitten we in het Nieuwe Testament. Hoe moeten we die rituelen zien vanuit onze godsbeleving? God blijft onveranderlijk, maar de omgang met Hem is diepgaand gewijzigd. Want dankzij Jezus hebben de symbolen plaatsgemaakt voor realiteit. De rituelen en veiligheidsinstructies zijn nu overbodig. Wie door die toegangspoort naar binnen gaat, is echt verzoend met God. In de plaats van afstand, is er nabijheid, want God verblijft niet langer boven een kist in een beveiligd gebouw. Hij woont in het midden van de gelovigen, en Hij treedt zelfs binnen in het lichaam van de individuele christen.
Om dat te kunnen doen verzwakt en verkleint God zich ook vandaag nog, en dat zelfs in grotere mate dan ten tijde van Mozes. We ervaren Hem wel, maar zien Hem niet. Soms hangt er, zoals bij Pinksteren, elektriciteit in de lucht, maar dat is niet die levensgevaarlijke hoogspanning zoals voorheen.
Ark, tabernakel en tempel maken deel uit van de voltooid verleden tijd en Gods informatiecampagne verloopt nu helemaal anders. Er wordt voortaan vooral gebruik gemaakt van het gesproken en geschreven woord en de doelgroep wordt uitgebreid. Voorheen was de scope beperkt tot één landje met het nageslacht van Jacob. Nu wordt er gewerkt op wereldschaal en worden alle nakomelingen van Adam geviseerd.
Er vallen vandaag geen doden meer, zoals ten tijde van Mozes, maar dat mag er niet toe leiden dat we minder respect tonen en slordig zijn in onze omgang met Hem. Nu God in ons en in ons midden wil wonen, moeten we Hem uitnodigen en die woonplaats zuiver houden, aangenaam voor God. We moeten zijn remedie accepteren en ons de vernieuwde levensstijl eigen maken.
Ten tijde van Mozes waren de tien geboden in de kist, het letterlijke fundament voor de verzoening. Jahweh kon slechts bij hen wonen, omdat via de verzoeningsplaat aan die hoge eisen werd voldaan. Zo werd het Israëlische volk proper gemaakt en ontsmet.
Ook vandaag gelden die hoge eisen, want met de hierna vermelde uitspraak onderstreept Jezus het belang van de naleving van Gods leefregels. “Wanneer iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.” (Johannes 14:23)
Die uitspraak lijkt sterk op de teksten over de tent of de tabernakel. Want ook daar ging het over een God die van mensen houdt en bij hen wil wonen. Maar anders dan in het Oude Testament moeten wij geen offers brengen om de zonden te bedekken of om de relatie te herstellen. Dat deed Jezus eens en voor altijd.
Wel kunnen wij God cadeaus geven. Geen veestapel, geen wierookkaarsen… maar onszelf: onze liefdevolle aandacht, onze talenten en bezittingen. En geven aan God is geen een-op-eenrelatie, want door te geven aan mensen in nood, geven we aan Hem.
Zoals al werd gezegd: om vandaag bij ons te kunnen wonen, verkleint God zich en schermt Hij zich af. Want met een sterfelijk lichaam kunnen we die confrontatie met Gods grootheid echt niet aan. Maar later, met het vernieuwde lichaam, zullen we zijn zoals Hij is en Hem zien in al zijn glorie. In het boek Openbaring staat: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, Hij zal bij hen wonen.’ (Openbaring 21:3).
Zo is de cirkel rond: wat verloren ging in het eerste Bijbelboek, wordt hersteld in het laatste. Wat aangekondigd werd via een beveiligde kist in een woestijn, vindt straks dankzij Jezus’ offer zijn voltooiing.